Opdracht 5 inhoudelijke en groepsevaluatie
Opdracht 5.1
Onze 5 waarden:
- Duurzaamheid
- Veiligheid
- Gelijkheid
- Vrijheid
- Zorgzaamheid
1. Duurzaamheid
- Standpunt: Wij willen dat de prijzen van de NS omlaag gaan, hierdoor zullen meer mensen met de trein gaan. De trein is in verhouding duurzamer dan als iedereen zelf met de auto zou gaan.
- Uitleg: Met duurzaamheid bedoelen wij dat we graag zoveel mogelijk dingen duurzaam willen hebben. Als er meer mensen met de trein reizen, is dat beter voor het milieu en dus duurzaam.
- Veiligheid
- Standpunt: Wij willen meer flitspalen langs de wegen. Er zijn dagelijks nog veel te veel mensen die te hard rijden. Zowel in een dorp als op de snelweg. Dit kan gevaar opleveren. Wij hopen dit te verminderen door meer flitspalen langs de weg te zetten. Hierdoor zullen meer mensen dan eerst een boete krijgen op het te hard rijden. Door deze boetes zal dit gedrag bij hen verminderen.
- Uitleg: Het is geen veilige situatie als er mensen te hard over de weg rijden. Door meer flitspalen te plaatsen, hopen we dit te verbeteren en dat er meer veiligheid is op straat, waardoor mensen zich ook veiliger voelen.
- Gelijkheid
- Standpunt: Wij willen dat er overal in Nederland geen rekening wordt gehouden met welk geslacht waar gaat werken. Hierbij willen wij bereiken dat als je man of vrouw ( of eventueel iets anders ) dat dat niet uitmaakt om ergens te gaan werken. Daardoor komt er meer gelijkheid in de samenleving.
- Uitleg: Wij vinden dat iedereen gelijk is. Als er niet wordt gekeken naar welk geslacht je bent, zal het ook geen verschil maken of je nou een man of een vrouw (of iets anders) bent en hierdoor zijn mensen meer gelijk.
- Vrijheid
- Standpunt: Wij vinden dat als Nederland zou moeten deelnemen aan een oorlog, (buiten Nederland) dan mogen de burgers zelf beslissen of ze uitgezonden worden. Beroepsmilitairen zijn dit door hun beroep verplicht, burgers hebben een keuze.
- Uitleg: Zoveel mogelijk vrijheid, zo min mogelijk verplichtingen. Wij vinden dat burgers zelf een vrije keuze moeten kunnen maken of ze mee helpen bij oorlog, en dat het dus geen verplichting is.
- Zorgzaamheid
- Standpunt: Wij vinden dat alle studies die binnen de zorg vallen geen college geld meer aan leerlingen mogen vragen. Dit zal de zorg aantrekkelijker maken en er zullen meer mensen een zorg opleiding gaan doen.
- Uitleg: Als er meer mensen in de zorg gaan werken, kunnen we meer mensen helpen en voor hun zorgen. Hiermee verbeteren we de zorgzaamheid.
Opdracht 5.2
Onze partij is links. Wij willen dat de overheid een actievere rol gaan nemen tegenover de bevolking.
à 5 bij behorende standpunten:
Standpunt: Wij vinden dat klassen in de basisschool verplicht 3 dagen in de week samen moeten lunchen in de klas met gezond voedsel van de school. Uit onderzoek blijkt dat dit helpt tegen minder pestgedrag in de klas en dat leerlingen elkaar beter leren kennen.
Uitgangspunt:
- Pleit voor een actieve overheid op sociaaleconomisch terrein.
Standpunt: Wij vinden dat de AOW leeftijd verhoogd wordt naar 67 jaar en 4 maanden. Hier willen wij dat de werkende langer werken zodat er meer geld wordt verdient dan dat er wordt uitgegeven aan de AOW, zodat dit later niet oneerlijk wordt voor de huidige generatie.
Uitgangspunt: ‘
- Overheid grijpt actief in om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen
- Wil kennis, inkomen en macht eerlijk verdelen
Standpunt: Wij vinden dat de kinderbijslag met €50,- wordt verhoogd, omdat wij denken dat deze €50,- veel kan betekenen voor ieder kind. Hierdoor zal elk kind zich niet minder voelen dan de rest.
Uitgangspunt:
- Pleit voor een actieve overheid op sociaaleconomisch terrein
- Overheid grijpt actief in om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen
- Beschermt mensen in een kwetsbare positie. (Opkomen voor zwakkeren)
Standpunt: Wij willen dat er meer groene energie komt en dat we meer windmolens in de zee plaatsen zo dat er geen land aan verloren gaat. zo blijft er genoeg grond over voor dieren in de natuur.
Uitgangspunt:
- Ecologie voor economie
Standpunt: Wij vinden dat er op het voortgezet onderwijs een ontbijt moet zijn voor iedere leerling die thuis niet kan ontbijten. Met ontbijt begint de dag gezond en de leerling kan zich beter concentreren met een volle maag. Tegenwoordig is het levensonderhoud duurder en doen veel mensen niet meer ontbijten.
Uitgangspunt:
- Overheid grijpt actief in om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen
- Beschermt mensen in een kwetsbare positie. (Opkomen voor zwakkeren)
Opdracht 5.3
Wij zijn een progressieve partij, omdat wij veel verandering willen hebben. Bijvoorbeeld met onze standpunten van ethiek, bijvoorbeeld dat de pedojagers worden getraind om op een professionele manier hun werk doen.
Ook qua onderwijs zijn wij erg progressief, want wij willen dat schoolkinderen voor hun onbetaalbare schoolspullen worden vergoed zodat zij zich niet minder of achterlopen vergeleken met hun klasgenootjes
Wij willen dat niet alleen Nederland beter wordt, maar ook de derdewereld landen. Wij willen die landen graag helpen met zorg en kwaliteit van hun landbouw. Daarom denken wij dat we best progressief zijn.
Opdracht 5.4
Ik vind dat wij een Sociaal democratische partij zijn, omdat wij vinden dat gelijkheid in een land een hele grote rol speelt in de samenleving. Wij willen de zwakkeren helpen, zodat het verschil tussen rijk en arm minder wordt. Ook vinden wij dat elk land democratisch moet zijn, want er wordt gezegd: “Wie betaald, bepaald.” Hier zijn 5 standpunten waarvan wij weten dat we een Sociaal democratische partij zijn:
Standpunt: “Wij willen dat er hogere belastingen voor milieuvervuilende bedrijven komen.”
Met dit standpunt komt het op neer dat wij willen dat het verschil tussen arm en rijk kleiner wordt door hoge belastingen en dat de vervuiling ook minder wordt.
Standpunt: “Wij willen dat de kinderbijslag met €50 wordt verhoogd.”
Hier willen wij bereiken dat de kinderen die opgroeien in een arm gezin niet achterlopen op het gebied van geld vergeleken met hun vriendjes/vriendinnetjes op school.
Standpunt: “Wij willen dat er overal in NL niet meer wordt gekeken naar welk geslacht waar gaat werken.”
Wij bedoelen dat het niet uitmaakt of je man of vrouw bent, omdat wij vinden dat mannen en vrouwen gelijke kansen moeten krijgen op elke baan. Hier willen wij meer gelijkheid brengen in NL.
Standpunt: “Wij willen dat iedere immigrant in NL vergoed wordt voor de zorg, totdat ze een goed inkomen hebben.”
Hiermee willen we geen ongelijkheid geven aan nieuwe immigranten. Als deze immigranten nieuw zijn in NL hebben ze recht op goede zorg. Ze blijven deze zorgvergoeding krijgen totdat ze goed zitten met hun inkomen.
Standpunt: “Wij willen goede zorg aanbieden aan derdewereldlanden.”
Wij vinden dat deze derdewereldlanden goede zorg verdienen, omdat deze landen er wat slechter voorstaan in de wereld vergeleken met andere landen. Hierdoor willen wij dat deze landen meer kunnen groeien en sowieso qua zorg goed zitten.”
Opdracht 5.5
In de lessen werkten we aan de opdrachten. We vonden sommigen opdrachten aan het begin moeilijk. Dan stelden we vragen aan de docent. De samenwerking en taakverdeling was goed. Tijdens de lessen werkten we allemaal aan de opdrachten. In de laatste les ging Raf aan de slag met de site. Hij heeft deze thuis dan ook af gemaakt. Boukje, Esther en Luuk hebben de opdrachten af gemaakt. Opdracht 1 hadden we al af, opdracht 2 hebben we verdeeld, opdracht 3 hadden we ook al af, opdracht 4 heeft Boukje gemaakt en opdracht 5 hebben Esther en Luuk gemaakt. Bij de presentatie van Bram Rover had Boukje een vraag aan Bram mogen stellen, Luuk schreef het antwoord op.
Opdracht 5.6
Esther: Ik vond dat de uiteindelijk verdeling van opdrachten wel goed gedaan was en ik heb serieus gewerkt aan de opdrachten die ik moest doen. Daarnaast ging het overleggen ook wel goed, als ik een vraag had, hielp iemand.
We hadden wel iets sneller moeten werken, we hadden best wat tijdnood. Ook hadden we misschien verder vooruit kunnen kijken en eerder de opdrachten kunnen verdelen.
Raf: Ik vond dat iedereen goed meedeed en dat iedereen zei wat hij of zij vond, zo werd het echt samen gemaakt.
Ik vond het op schema werken minder goed gaan zo liepen we al gouw een les achter maar dit kwam door een fout in ons rooster.
Luuk: De opdrachten zijn uiteindelijk goed gelukt bij iedereen. Iedereen deed gewoon wat hij/zij moest doen en dat zonder gedoe.
Wat de volgende keer beter kan is dat we tijdens de les even beter moeten afspreken wie wat doet, want er was wel wat onduidelijkheid, dit heeft ons wel wat tijd heeft gekost. Voor de rest is het goed gelukt.
Boukje: Niemand deed moeilijk over de opdrachten die hij of zij moest doen. Iedereen heeft een eigen aandeel geleverd. De samenwerking was ook goed. Als we iets niet snapte vroegen we het eerst aan elkaar, en daarna pas aan de docent.
De volgende keer moeten we proberen om eerder te bespreken wie wat thuis doet. We hebben alles nu op tijd af gekregen, maar ik persoonlijk heb door de tijdsdruk wel stress gehad.
Opdracht 5.7
Wij vonden 3 lesuren achter elkaar veel. Ondanks de pauze verlies je je concentratie en wordt het na een tijdje ook saai. Wij denken dat als je het een uurtje minder doet het al een groot verschil zou kunnen maken bij de concentratie van leerlingen.
We vinden ook dat we misschien één of twee lessen meer de tijd hadden moeten krijgen om aan de opdrachten te werken in de klas. We waren soms met veel kinderen in één lokaal, met weinig docenten. Hierdoor kon je weinig vragen stellen. Extra lessen hadden ervoor kunnen zorgen dat we sneller dingen begrepen omdat we meer vragen konden stellen.
Als laatste vinden we dat de docenten meer bij de groepjes langs moeten hadden gaan om te controleren of de taakverdeling wel goed en eerlijk was. In ons groepje ging de samenwerking goed, maar we zagen bij anderen dat de een heel veel deed en de ander bijna niks. Soms vinden kinderen het moeilijk om dit zelf tegen de mede leerling(en) of docent te zeggen. Voor hen zou het fijn zijn geweest als een docent langs kwam om dit te controleren en te bespreken.