Grammatica
HEBBEN = have
oefening 1 : has of have
oefening 2 : has of have
oefening 3 : has of have
oefening 4 : has of have
oefening 5 : has of have
ZIJN = be
oefening 1 : am, is, are
oefening 2 : am, is, are
oefening 3 : am, is, are
oefening 4 : am, is, are
oefening 5: am, is, are
oefening 6: am, is, are
schema tijden
onregelmatige werkwoorden
Tense Hunter
tijden - nu
oefening 1 : zet in de ing-vorm
oefening 2 : zet in de ing-vorm
oefening 3 : zet in de ing-vorm
oefening 4 : zet in de ing-vorm
tijden - gewoonte feit
oefening 1 : zet in de simpele tegenwoordige tijd
oefening 2 : zet in de simpele tegenwoordige tijd
oefening 3 : zet in de simpele tegenwoordige tijd
oefening 4 : zet in de simpele tegenwoordige tijd
oefening 1 : zet in de simpele tegenwoordige tijd of de ing vorm
oefening 2 : zet in de simpele tegenwoordige tijd of de ing vorm
oefening 3 : zet in de simpele tegenwoordige tijd of de ing vorm
oefening 4 : zet in de simpele tegenwoordige tijd of de ing vorm
tijden - verleden tijd
oefening 1 : zet in de verleden tijd
oefening 2 : zet in de verleden tijd
oefening 3 : zet in de verleden tijd
oefening 4 : zet in de verleden tijd
oefening 1 : zet in de verleden tijd, simpele tegenwoordige tijd of de ing vorm
tijden - toekomst
oefening 1 : zet in de toekomende tijd
oefening 2 : zet in de toekomende tijd
woordvolgorde
plaats van woorden van onbepaalde tijd
   (always, ever, never enz.)
bepalingen van PLAATS en TIJD in de zin
oefening 1 : Wordorder 1
oefening 2 : Wordorder 2
oefening 3 : Wordorder 3
oefening 4 : Wordorder 4
uitleg : meervoudsvorming
oefening 1 : meervoud
oefening 2 : meervoud
oefening 3 : meervoud
oefening 4 : meervoud
oefening 5 : meervoud
oefening 6 : meervoud
oefening 7 : meervoud
oefening 8 : meervoud
oefening 9 : meervoud
oefening 10 : meervoud
oefening 11 : meervoud