eindopdracht

Opdracht 5: Inhoudelijke en groepsevaluatie

Bij deze laatste opdracht gaan jullie als groep terugkijken op de inhoud van jullie ideeënstuk en partijprogramma en deze verbinden aan de vakinhoudelijke politieke begrippen van maatschappijleer die we hebben behandeld in week 2 (politieke positie, links – rechts) en week 3 (politieke stromingen). Daarnaast ga je kijken naar wat er goed en minder goed ging in het leer- er werkproces bij het 20-80 project van maatschappijleer ‘Power en politics’, zowel qua groep als individueel.

Inhoudelijke evaluatie:

  1. Jullie hebben in het ‘Ideeënstuk’ vijf waarden genoemd die voor jullie partij centraal staan. Geef bij ieder van die vijf waarden een voorbeeld van een standpunt uit jullie partijprogramma (zie opdracht 2). Geef elke keer in maximaal twee zinnen aan waarom het standpunt uit jullie partijprogramma past bij de genoemde waarde;

Gelijkheid: Emancipatie ,iedereen is gelijk en heeft de zelfde rechten en moet het zelfde behandel worden.  En Iedereen moet evenveel betaald krijgen als zijn anderen collega’s voor het werk dat die doet.

Uitleg : iedereen moet het zelfde behandel worden .

Vrijheid: Multiculturele samenleving, mensen van verschillende culturen moeten zich thuis voelen in Nederland en vrij zijn om hun eigen cultuur en geloof te behouden.

Uitleg :  de vrijheid om te geloven wat je wil.

Duurzaamheid: Milieu, duurzaamheid en dierenwelzijn, er moet meer geld worden geïnvesteerd in groene energie. Omdat het beter is voor het milieu. En een hoger belasting op dierlijke producten. Zodat dieren een beter leven hebben.

Uitleg : groene energie is duurzaam.

Veiligheid: Internet en privacy, de Geevens van inwoners in Nederland moeten beter worden beschermd tegen buitenlandse hackers. En bedrijven mogen geen Gegevens van jou verzamelen zonder dat duidelijk aan te geven.

Uitleg : je bent veilig op het internet omdat er kunnen geen gevens van jou verzameld worden zonder dat je het weet.

Zorgzaamheid : Mensen met een laag inkomen en een hoge energie rekening moeten meer geld van de overheid krijgen om dezen te betallen.  

Uitleg : de overheid zorgt voor de mensen door ze te helpen met het betalen van hun rekeningen.

  • Geef beargumenteerd aan of jullie partij politiek links, politiek midden of politiek rechts is. Geef hierbij vijf standpunten uit jullie partijprogramma (zie opdracht 2) die hiermee overeenkomen. Geef per door jullie gekozen standpunt aan waaruit blijkt dat het een politiek links, politiek midden of politiek rechts standpunt; (Gebruik hiervoor de uitgangspunten van politiek links, politiek midden en politiek rechts van week 2 en de bijbehorende PowerPoint).

Onze partij is politiek links, omdat wij willen dat de overheid meer mensen helpt die het nodig hebben.

Standpunten :

Democratie: het is links, omdat wij vinden dat je al op je 16e moet kunnen stemmen. Hierdoor laten we zien dat we vinden dat de overheid genoeg moet doen maar wel met hulp van de burgers.

Armoede en rijkdom/ welvaart: dit laat zien dat we links zijn, doordat wij willen dat mensen met                        weinig inkomen een uitkering krijgen van de overheid.

Belastingen: dit laat zien dat we links zijn, doordat wij willen dat er bijvoorbeeld minder belasting moet komen op voedingsmiddelen zodat het voor iedereen betaalbaar is.

Milieu, duurzaamheid en dierenwelzijn: dit laat zien dat wij links zijn doordat, we meer groene energie willen wat beter is voor het milieu en voor de samenleving.

Sociale zekerheid: dit laat zien dat we links zijn, doordat wij willen dat de kinderbijslag hoger wordt omdat de laatste tijd alles zo duur is geworden. Wij willen dus dat de overheid meer mensen helpt.

  • Geef beargumenteerd aan of jullie overwegend een progressieve of conservatieve partij zijn. Geef hierbij drie voorbeelden van standpunten die daarbij aansluiten.

     Onze partij is Progressief

Standpunten:

  •  Abortus is legaal tot 24 weken omdat niet iedereen een kind wil of er voor kan zorgen.  
  • Er moet meer geld worden geïnvesteerd in groene energie. Omdat het beter is voor het milieu.  
  • Mensen van verschillende culturen moeten zich thuis voelen in Nederland en vrij zijn om hun eigen cultuur en geloof te behouden.
  • Geef beargumenteerd aan tot welke politieke stroming (en) jullie partij overwegend behoort. Geef hierbij vijf standpunten uit jullie partijprogramma (zie opdracht 2). Geef daarna bij elk van die vijf standpunten aan welk uitgangspunt van de door jullie genoemde politieke stroming van toepassing is. Zie wikiwijs week 3: politieke stromingen en uitgangspunten.

             Onze politieke stroming is socialistische signatuur.

             Standpunt 1: gelijkheid, iedereen wordt gelijkwaardig behandeld. Ook krijgt iedereen dezelfde kansen en wordt er geen verschil gemaakt in bijvoorbeeld afkomst of achtergrond. Zodat iedereen zich gewaardeerd voelt in deze samenleving.

            Standpunt 2: vrijheid, iedereen heeft vrijheid van meningsuiting je mag zeggen wat je wil maar wel tot bepaalde grenzen. Ook mag je zijn wie je wilt in deze samenleving zonder je ervoor te schamen of onzeker erover te voelen.  

        Standpunt 3: zorgzaam, de regering moet mensen helpen die in moeilijke tijden zitten. Namelijk mensen met weinig geld of mensen die ziek zijn. Ook mensen die wegens omstandigheden niet kunnen werken. Wij vinden het belangrijk dat iedereen de hulp krijgt die ze nodig hebben.

  Standpunt 4: klimaat en milieu, door de duurzaamheid willen we het milieu schoner houden, dit kan alleen als iedereen hier aan meewerkt door minder vaak met de auto te gaan, minder met benzine vervoeren en je plastic weg te gooien in afvalbakken en niet op straat. Hierdoor willen wij zorgen dat onze nabestaande ook een normaal leven kunnen leven zonder zich zorgen te maken over  

            Standpunt 5: veiligheid, iedereen moet zich veilig voelen in hun omgeving. De plekken waar mensen zich vooral veilig moeten voelen zijn scholen, wegen, werkomgevingen. Wij vinden het belangrijk dat alles veilig is en dat iedereen zich veilig voelt. Ook vinden wij dat in het geval van natuurrampen en oorlogen ons land goed beveiligd moet zijn.

Groepsevaluatie:

Ook gaan jullie terugkijken op het leer- en werkproces binnen jullie groep en ieders individuele rol daarin.

  • Jullie gaan terugblikken op de vooraf afgesproken rolverdeling en beschrijven hoe deze in de praktijk is uitgepakt. Geef hierbij twee voorbeelden.

We hebben afgesproken wie welke opdracht ging afmaken en dat heeft goed uitgepakt omdat iedereen deed wat die moest doen en alle opdrachten daardoor optijd af waren. En wie de wedsite ging maken en dat pakte ook goed uit.

  • Daarnaast blikt ieder groepslid terug op zijn of haar bijdrage aan het leer- en werkproces. Benoem daarbij wat goed is gegaan en wat je een volgende keer anders moet doen. Geef twee voorbeelden bij wat goed is gegaan en ook twee voorbeelden bij wat een volgende keer anders moet gaan.

Jill : wat goed ging wat het samenwerken en alles bijhouden wat minder goed ging was het bedenken van standpunten en zorgen dat iedereen als op zijn computer had staan om door te kunnen werken.

Neeltje : het samenwerken ging heel goed en konden elkaar ook goed helpen, wat minder goed ging was alle bestanden bijhouden.

Celey :  de samenwerking en overleggen in ons groepje ging heel goed, de dingen verzinnen en zorgen dat iedereen alle bestanden had was iets wat minder goed was bij ons maar uiteindelijk had iedereen alles en zijn alle opdrachten af.

  • Noem ten slotte namens jullie groep twee verbeterpunten voor het 20-80 maatschappijleerproject ‘power en politics. Leg ook uit op welke wijze de door jullie genoemde verbeterpunten ervoor zorgen dat het 20-80 project beter wordt.

Onze verbeterpunten zijn dat we de bestanden op één laptop zetten en duidelijker zijn met wie wat moet doen. Het 2080 project wordt hierdoor beter omdat, alles zo overzichtelijker is en iedereen weet wat diegene moet doen. Hierdoor ben je ook niet afhankelijk van de andere en kun je ook apart werken.

  1. De website mag in het begin van het project aangekondigd worden zodat je per opdracht het er in kan zetten en niet de week van te voren.
  2. Zelf groepjes laten kiezen want sommige kunnen het niet bepaald goed met elkaar vinden en is het ook niet fijn om in zo een groepje samen te werken.