Eindopdracht

Inhoudelijke evaluatie: 

  1. Jullie hebben in het ‘Ideeënstuk’ vijf waarden genoemd die voor jullie partij centraal staan. Geef bij ieder van die vijf waarden een voorbeeld van een standpunt uit jullie partijprogramma (zie opdracht 2). Geef elke keer in maximaal twee zinnen aan waarom het standpunt uit jullie partijprogramma  

past bij de genoemde waarde; 

Wij hebben de waarde “veiligheid” 

Hier bij past het standpunt: de defensie moet meer budget hebben. 

Uitleg:  

Dit argument past erbij, omdat de defensie een belangrijke rol speelt bij de veiligheid in het land. Met deze stijging van het budget kan de defensie meer doen voor de veiligheid in Nederland 

Wij hebben de waarde “solidariteit met andere landen” 

Hierbij pas het standpunt: uit de EU stappen moelijker maken. 

Uitleg: de EU is heel belangrijk voor Nederland, wij willen dat er niet zomaar uit gestapt kan worden zonder dat hier extreem goed over na gedacht wordt, door het uit de EU gaan meer stappen te hebben is er tijd om hier over na te denken. Ook zorgt het ervoor dat het geen impulsieve beslissing is. 

Wij hebben de waarde “passieve overheid” 

Hierbij past het standpunt: belasting moet minimaal zijn. 

Uitleg: de overheid moet zo minmogelijk de bevolking helpen. Daarom is er ook niet veel belasting nodig. Als we de belasting ook verminderen kunnen we ook niet anders dan zo minmogelijk bemoeien met de bevolking omdat hier de middelen niet voor zijn. 

Wij hebben de waarde “duurzaamheid” 

Hierbij past het standpunt:  er moet geen belasting zijn op producten die vernieuwbare energie leveren zijn. 

Uitleg: door deze belasting weg te halen wordt het kopen van bijvoorbeeld zonnepanelen aantrekkelijker dit is beter voor de natuur en is ook duurzaam. 

Wij hebben de waarde: “vrijheid voor iedereen” 

Hierbij past het standpunt: officiële geslachtsregistratie moet worden veranderd. 

Uitleg: nu is het alleen man of vrouw, maar niet iedereen voelt zich zo. Daarom moeten er meer opties komen voor mensen zodat iedereen kan zijn wat die wilt zijn. 

  1. Geef beargumenteerd aan of jullie partij politiek links, politiek midden of politiek rechts is. Geef hierbij vijf standpunten uit jullie partijprogramma (zie opdracht 2) die hiermee overeenkomen. Geef per door jullie gekozen standpunt aan waaruit blijkt dat het een politiek links, politiek midden of politiek rechts standpunt; (Gebruik hiervoor de uitgangspunten van politiek links, politiek midden en politiek rechts van week 2 en de bijbehorende PowerPoint).  

We zijn rechts dit zit ook al in de naam RoodRechts. We zijn er ook voor om zoveel mogelijk hetzelfde te houden. We zijn voor een passieve overheid die niet meer doet dan nodig is. 

Belasting moet minimaal zijn. Er hoeft alleen maar net genoeg belasting hebben om de belangrijke zaken te funderen. Ook hebben meer mensen hier profijt van want zei hoeven dan minder te betalen en kunnen makkelijker rond komen. 

De defensie moet meer budget hebben. Dit is ook rechts beveiligen van eigenland is heel belangrijk voor ons. 

De dienstplicht moet terugkomen op een andere manier dan voorheen. Dit is ook rechts, met dit willen we het makkelijker maken om meer troepen in te schakelen als nodig is ter bescherming van ons land. 

Uitbreiding van de Rotterdamse haven. Dit is rechts omdat dit voor een betere economie zorgt. Geld verdienen is belangrijk voor rechtse partijen. 

De arbeidsongeschiktheid uitkering is te hoog. Dit hoort bij rechts want rechtse partijen vinden het belangrijk dat de overheid passief is en niet veel de bevolking helpen. 

  1. Geef beargumenteerd aan of jullie overwegend een progressieve of conservatieve partij zijn. Geef hierbij drie voorbeelden van standpunten die daarbij aansluiten. 

We zijn wel progressief, wel zijn voor verandering als dit nodig is. We willen meer vrijheid voor de bevolking en in het algemeen ook zoals verduurzamen. 

Het weghalen van belasting op producten die hernieuwbare energie produceren. Dit is progressief want dit is goed voor het milieu en de toekomst. 

Het gratis maken van het OV, dit is niet in veel landen zo, ook dit is goed voor het milieu en is vooruitgang. Meer mensen zullen dan meer het OV gebruiken. 

Meer treintransport, dit is niet alleen efficiënter voor de transport sector maar ook beter voor het milieu. Dit is ook nog nooit eerder op grote schaal gedaan. Dit is dus vernieuwend. 

  1. Geef beargumenteerd aan tot welke politieke stroming (en) jullie partij overwegend behoort. Geef hierbij vijf standpunten uit jullie partijprogramma (zie opdracht 2). Geef daarna bij elk van die vijf standpunten aan welk uitgangspunt van de door jullie genoemde politieke stroming van toepassing is. Zie wikiwijs week 3: politieke stromingen en uitgangspunten.  

Veiligheid, vrijheid voor iedereen, solidariteit met andere landen, passieve overheid en duurzaamheid 

Vrijheid voor iedereen past bij het liberalisme, liberalen vinden individuele vrijheid heel belangrijk. 

Veiligheid past bij, liberaalisme, liberalen partijen vinden het belangrijk om het eigenland goed te beschermen 

Duurzaamheid, dit past bij de stroming ecologische en groene politiek. Voor partijen waar dit belangrijk bij is duurzaamheid nummer 1. 

Solidariteit met andere landen past bij, dit past bij  sociaaldemocratie.  Kapitalisme staat hier hoog in het vaandel. De reden dat we met andere landen goed moeten samenwerken is omdat dit ook nuttig is voor de handel. 

Passieve overheid past bij liberalisme, liberalistische partijen vinden dit belangrijk. Mensen moeten zoveel mogelijk zelf oplossen.  

Groepsevaluatie: 

Ook gaan jullie terugkijken op het leer- en werkproces binnen jullie groep en ieders individuele rol daarin. 

  1. Jullie gaan terugblikken op de vooraf afgesproken rolverdeling en beschrijven hoe deze in de praktijk is uitgepakt. Geef hierbij twee voorbeelden.  

We hadden geen rolverdeling specifiek. Tijdens de les als er aan een opdracht moest gewerkt worden deden we dit samen en ondertussen verdeelden we de rollen.  Dit ging goed iedereen deed wel iets tijdens de les ondanks dat onze verdeling meer spontaan was dan echt een vast vooraf geplande verdeling. 

  1. Daarnaast blikt ieder groepslid terug op zijn of haar bijdrage aan het leer- en werkproces. Benoem daarbij wat goed is gegaan en wat je een volgende keer anders moet doen. Geef twee voorbeelden bij wat goed is gegaan en ook twee voorbeelden bij wat een volgende keer anders moet gaan.  

Er is veel goed gegaan, de opdrachten waren snel af. Als er meerdere dingen moesten gebeuren voor een opdracht verdeelden we dit heel makkelijk en was het snel af. Wat minder goed ging was dat we niet genoeg tijd hadden om er aan te werken. Dit lag niet aan ons maar we hadden misschien wel wat meer rekening mee kunnen houden. 

  1. Noem ten slotte namens jullie groep twee verbeterpunten voor het 20-80 maatschappijleerproject ‘power en politics. Leg ook uit op welke wijze de door jullie genoemde verbeterpunten ervoor zorgen dat het 20-80 project beter wordt.  

De planning is goed, maar de tijd die we hadden was niet goed verdeeld. Wat we deden was goed over ons heen verdeeld maar wanneer hadden we niet duidelijk afgesproken. 

Ook hadden we beter eerst de lange opdrachten kunnen maken en later de korte, dit zorgt voor minder tijdsdruk aan het einden. 

Opdracht 5 ‘Inhoudelijke en groepsevaluatie’ is onderdeel van het beoordelingsmodel en is niet herkansbaar.